#3 Op talentenjacht
Ik ben in best wel veel dingen een master. Ik kan big-ass hamburgers wegwerken als de beste, speel een aardig potje mens-erger-je-niet en ik ben koningin windowshopping. Een master uitkiezen daarentegen, dat is een minder goede kwaliteit van me.
Gelukkig werk ik bij Scopos, dus is er geen man overboord. Yvet, mijn werkgeefster, probeert namelijk met liefde al haar tips en tools op me uit. En geloof me, daar is zij wel een master in. Vandaag gingen we samen een zogenaamde ‘ik-ruit’ invullen. De ruit is de minst opvallende van de vier kaarten in een potje kaartspel. Tot je blijkbaar het woord ‘ik’ ervoor plaatst. Plotseling heeft de ruit zélf vier kanten over wat je denkt te kunnen, te willen en te weten en wie je denkt te zijn.
Dat schud je natuurlijk niet in één keer uit je mouw, en daarom maak je gebruik van talentkaarten. Dit zijn kaarten met vaardigheden of eigenschappen die je gemakkelijk scheidt in ‘past wel bij mij’ of ‘past niet bij mij’. Uiteindelijk kom je tot een aantal belangrijke vaardigheden of eigenschappen die het meest bij je passen en die vul je in in de ik-ruit.
Na een tijdje wikken en wegen was ik eruit. Ik heb gelukkig nog meer talenten buiten het mens-erger-je-nieten en het windowshoppen. Score! Ik ben een spontaan persoon die graag met mensen werkt, maar ook niet vies is van een paar uurtjes zelfstandig werken. Een groot deel van mijn interesse ligt bij de sociale wetenschappen, maar ik ben er mede door dit blog ook achter gekomen dat ik teksten schrijven ook superleuk vind. Avontuurlijk maar ook rustig, leergierig en sportief. Daar komt het in het kort op neer.
Dacht ik. Maar toen kreeg ik de opdracht om per eigenschap of vaardigheid een toelichting te geven. Wat bedoel je eigenlijk met spontaan? En in hoeverre wil je dat terugzien in je master of je werk? Ik dacht een (semi-)helder beeld van mezelf te hebben, maar dit beeld onder woorden brengen bleek toch wel lastig.
Maar het idee onder woorden brengen bleek ook nuttig. Op deze manier word je uitgedaagd verder te denken dan alleen ‘ik ben dit’, ‘ik vind dat leuk’ maar ‘dit ligt me niet zo’. Ik moet eigenlijk bij mezelf denken: ‘Geef eens voorbeelden, Merel! Of denk na in hoeverre het waar is wat ik zeg of denk.’ Het geeft me een realistischer zelfbeeld en het schudt mij even wakker uit de, toch wel een klein beetje vastgeroeste, ideeën over mezelf.
Nu ga ik kijken hoe de masters die ik interessant vind passen bij mijn geselecteerde vaardigheden en eigenschappen. Yvet gaat me helpen. Ik heb er echt belachelijk veel zin in nu, terwijl ik er eerst een beetje tegenop zag. Volgende week verslag!